Het aantal weidevogels is de afgelopen decennia sterk afgenomen en Noordoost-Twente vormt hierop geen uitzondering. Om deze achteruitgang te keren, worden er weidevogelrust- en plasdrasgebieden aangelegd. Het gewenste effect blijft echter uit, vooral omdat de huidige methode van biotoopcreatie sterk afhankelijk is van weersomstandigheden. Vooral in droge periodes hebben weidevogels en hun kuikens moeite om voldoende voedsel te vinden. Vogelwerkgroep Geesteren, bedacht in samenwerking met haar (kennis)partners;

“Een uniek innovatief project in Nederland”

Samen werd ondergrondse weilandirrigatie bedacht, een innovatieve methode om graslanden te vernatten. Hierbij wordt water van een diepte van 200 meter gewonnen en via een buizensysteem, op een diepte van 30 à 40 centimeter onder het aardoppervlak, druppelsgewijs in de bodem gebracht. Dit maakt het bodemleven beter toegankelijk voor weidevogels die uitsluitend insecten eten, vooral tijdens drogere periodes. In tegenstelling tot de gangbare bovengrondse irrigatie, die vaak slechts één seizoen effectief is doordat roestwater het systeem sterk aantast, is deze ondergrondse methodeaanzienlijk duurzamer en efficiënter, omdat water van diepte wordt gehaald. Dit innovatieve systeem zal dan ook een grote bijdrage leveren aan het behoud van weidevogels in Noordoost-Twente.

‍